Posts

Posts uit november, 2011 tonen

Uitgebluste Passie en verwelkte Piemelbloemen…

‘Wat is het toch stil rondom jullie boek?’ ‘Wanneer komt het uit?’ ‘Het lijkt wel of de storm is gaan liggen aan het Passie en Piemelbloemenfront.’ ‘Gaat het allemaal wel goed?’ ‘Hoe is het toch met de piemelbloemen?’ ‘Ik wil jullie boek als kerstcadeau aan iemand geven, kan dat?’ Nee, dat kan niet! Maar we kunnen jullie verzekeren dat er achter de schermen volop gewerkt wordt aan Passie en Piemelbloemen om het klaar te stomen voor de boekwinkels. In mei 2012 is het door iedereen compleet te bewonderen. Maar alles op zijn tijd. De uitgeefster is nu bezig met de tweede correctieronde. Hierna krijgen Ilse en ik het manuscript terug en kunnen we weer aan de slag. Heerlijk om er dadelijk opnieuw helemaal ‘in’ te duiken! In de tussentijd (van december tot en met februari) gaat een studio aan de slag met het ontwerp van de kaft, het binnenwerk en speciale elementen… Ja, jullie lezen het goed: speciale elementen. Laat jullie verrassen. J     Ook gaan we om de tafel (begin 2012) voor een

Vaders-de-man...

Het zal niemand ontgaan zijn, maar het is weer de tijd van de vallende bladeren. En ja, dan ontsieren ze weer het straatbeeld: de mannetjes met hun grote groene blazers die blaadjes naar de overkant (!) van de straat blazen. Wat is dat toch, mannen en bladblazers? Ik zie ook nooit vrouwen met bladblazers. Wat zou erachter zitten? Is het een soort machogedrag? Het kan bijna niet anders. Ik wilde er per se achterkomen dus knoopte ik vanmorgen een gesprek aan met zo’n   ontiegelijk-onnozel-bladblazend-mannetje, dat in de herfst minimaal zeven keer per week in de weer is met de blazer. Op de stoep voor zijn huis. Ik: ‘Zo, meneer, flink aan het werk?’ Hij: ‘Waaaaat? ‘ Ik dacht: hij heeft toch zeker ook een uitknop, die blazer. Ah, hij begreep het. De man liet het groene gevaarte tegen zijn been rusten. Niet dat hij hem gewoon neerlegde… Ik: ‘Ik zei dus: flink aan het werk?’ Hij: ‘Ja, ja, het is me ieder jaar weer hetzelfde liedje. De bladeren vallen harder dan ik blazen kan.’ D

Stikjaloers

Gefascineerd ben ik. En al heel lang probeer ik de kunst af te kijken. Zijn kunst. Maar ik ben nu op een punt gekomen dat ik denk: ik kan het gewoon niet, dus laat maar zitten. Het blijft echter lastig voor me. Het knaagt. Dat-ie dat zomaar… zonder… Echt ongelofelijk! Ik ben niet een klein beetje jaloers, nee stikjaloers. Het acceptatieproces gaat heel langzaam, want ik word er iedere dag mee geconfronteerd. Op wie ik jaloers ben? Op mijn man. En nee, niet omdat hij staand kan plassen, alhoewel ik het soms wel fijn zou vinden… als hij eens ging zitten. J Ook niet dat hij alleen maar de baard- en snorzone van zijn gezicht moet scheren. Zelfs niet op het feit dat hij nooit last heeft van op hol slaande hersenen en dus gewoon in slaap valt, terwijl ik vaak een paar uur lig te piekeren over van alles en nog wat. O ja, wat ook nog zou kunnen. Dat hij zo gemakkelijk aan een nieuwe outfit komt. Hij loopt zijn favoriete winkel binnen, loopt naar de ‘blauwe hoek’ (raad eens wat

Hettie

Op een dag kwam een nieuwe collega ons team versterken. Ik werkte toen trouwens nog niet bij mijn huidige baas. Hij, Peter, was een 'Hollander' in een verder Limburgs (sprekend) bedrijf. Maar dit was absoluut geen probleem. Gewoon een kwestie van aanpassen. Het ging allemaal prima. Van een taalbarrière was nauwelijks sprake, dachten we tenminste. Het bedrijf bestond merendeels uit vrouwen met dus vooral vrouwengesprekken, maar ook daaraan stoorde Peter zich niet, hij deed gewoon gezellig mee. Tijdens deze gesprekken, spraken we natuurlijk ‘gewoon’ Nederlands. Maar logisch dat hij door de dag heen wel Limburgse conversaties en ook losse zinnen oppikte, zoals ‘Het haet d’r net ein oetgeprint (1)’, ‘Is het al truuk van pauze? (2)’ en   ‘Het haet ut get hoog in ut bölke (3)’. En natuurlijk ook ‘Dinkse det het un tampon biej zich haet? (4)’ en ‘Oet welke zak van Max haet het in godsnaam die boks gehoald, det is toch helemoal oet de mode (5)’. Na een paar weken toen Peter al aard